Lichamelijke en motorische ontwikkeling

Als je kind zes is, weegt hij meestal rond de twintig kilo. Hij lijkt qua verhoudingen al veel meer op een volwassene dan toen hij nog kleuter was. Hij kan nu ook een poosje op 1 been staan en zijn evenwicht goed bewaren.

Omdat je kind nu veel beter is in het bewaren van zijn evenwicht, zal hij nu echt kunnen fietsen en ook over een smal muurtje kunnen lopen. Ook hinkelen en met twee benen tegelijk naar links en rechts springen zijn vaardigheden die hij onder de knie heeft.

Zijn oog-/handcoördinatie wordt steeds beter. Hij zal nu niet alleen een bal kunnen vangen die recht op hem af komt, maar ook als die bal naast hem wordt gegooid. Stuiteren en gericht gooien met een bal kan hij nu ook.

Klimmen en klauteren doet je kind graag op deze leeftijd, en hij kan die techniek nu ook goed gebruiken als hij weer naar beneden wil uit het klimrek. Als hij naar boven naar zijn kamer gaat, moet je niet gek staan te kijken als hij twee of drie traptreden tegelijk neemt.

Veel kinderen beginnen op deze leeftijd overigens met tanden wisselen. De voortanden gaan het eerst, wat prachtige fietsenrekken oplevert. Meer over het wisselen van het melkgebit vind je hier.