Lichamelijke en motorische ontwikkeling

Het tweede levensjaar kenmerkt zich door grote sprongen in de motorische ontwikkeling. Vrijwel alle kinderen leren nu lopen, al kan het moment waarop dat gebeurt per kind heel erg verschillend zijn.

Als je kind eenmaal kan lopen, zal het steeds beter zijn evenwicht leren bewaren en ook gaan traplopen en rennen. Stimuleer je kind daarin, maar hou natuurlijk wel de veiligheid in de gaten.

Maar niet alleen de grove motoriek zoals lopen en rennen ontwikkelt zich, ook de fijne motoriek gaat met sprongen vooruit. Je kind leert nu bijvoorbeeld om dingen met duim en wijsvinger vast te pakken, voorzichtig een toren te bouwen van blokken (en weer omgooien) en hij zal vormen leren herkennen zodat hij bijvoorbeeld een vierkant blokje door een vierkant gaatje zal drukken. De rode draad in deze ontwikkelingen is dat alle bewegingen steeds gecontroleerder zijn.

Nu je kind overal naartoe kan gaan, is het echt tijd om je huis ’kindveilig’ te hebben (al zal dat nooit 100% lukken). Tips hiervoor vind je op deze website.