Taalontwikkeling

Als je kind vier jaar oud is, zal hij grotendeels begrijpelijk kunnen praten en ook langere zinnen kunnen gebruiken met begrippen als ’jullie’ en ’wij’ en de juiste voorzetsels. Ook vraagzinnen kan hij nu goed toepassen (wie, wat, waar, waarom).

Een kind van vier heeft nog geen lange spanningsboog. Hij kan ongeveer 10 minuten stil zitten en luisteren. Wel kan hij al goed verhalen navertellen.

Soms wil hij zo graag iets vertellen dat hij niet uit zijn woorden komt. Dat is dan niet hetzelfde als stotteren, hij is gewoon te enthousiast en struikelt over zijn eigen woorden. Geef hem dan de tijd om zijn woorden weer te vinden.

In deze levensfase heeft je kind al een woordenschat van enkele duizenden woorden, waarvan hij de helft actief gebruikt en de rest passief kent.

Ook zal hij al bepaalde letters op borden leren herkennen, bijvoorbeeld de P van parkeren, of hij herkent de letters van Ikea als je op de snelweg langs zo’n woonwarenhuis rijdt. Sommige kinderen willen en kunnen al hun eigen naam schrijven.