Lichamelijke en motorische ontwikkeling

Je kind groeit niet meer zo hard en wordt slanker, en hij kan nu complexere bewegingen aanleren. In deze fase gaan veel kinderen op zwemles. Ook is nu duidelijk of een kind links- of rechtshandig is.

Omdat je kind vanaf zijn vierde jaar motorisch meer aankan, is dit vaak de leeftijd dat hij begint met een sport. Veel ouders kiezen ervoor om hun kind eerst de zwemdiploma’s te laten halen, maar bij veel andere sporten kun je ook al heel jong beginnen. Dat een kind nu aan een sport kan beginnen, komt omdat hij in staat is om samengestelde bewegingen aan te leren, zoals tegelijk met je armen en benen bewegen.

Hem laten helpen met bijvoorbeeld tafeldekken, stimuleert de oog-/handcoördinatie. Er zal heus een keer een bordje sneuvelen, maar daarvan leert je kind dat je met breekbare spullen nog voorzichtiger moet doen.

Op deze leeftijd vindt je kind het heerlijk om te kliederen, met verf of met modder. Hierdoor worden zijn zintuigen geprikkeld en hij gebruikt zijn fantasie: heel nuttig dus!

Je kind is in dit levensjaar ook meer bezig met zijn lichaam, en met het verschil tussen jongens en meisjes. De zogeheten poep- en plasfase, die misschien al in het vorige jaar was aangebroken, zet nu echt door, vooral door het contact met leeftijdsgenootjes op school. Maar ook die fase heeft zijn nut: lees hier meer over hoe je om kunt gaan met de poep- en plasfase.