Lichamelijke en motorische ontwikkeling

Na het tweede levensjaar gaat de lichamelijke groei minder snel. Je kind zal ongeveer 8 ot 10 centimeter langer worden. In deze fase zal hij vooral zijn fijne motoriek verbeteren.

Kinderen tussen de twee en drie jaar gaan steeds meer rennen en klimmen. Ze merken dat ze dat steeds beter kunnen en zullen dus veel willen uitproberen. Gevaar zien ze echter nog niet, dus hou je kind goed in de gaten:voor je het weet zit hij bovenop een klimtoestel of in een boom. Laat hem wel lekker zijn gang gaan als het geen kwaad kan. Dat is goed voor zijn zelfvertrouwen.Vanaf ongeveer 2,5 jaar kan je kind ook op zijn tenen lopen en springen met twee benen tegelijk: heerlijk in de plassen! Sommige kinderen zijn in deze fase al zover dat ze zindelijk kunnen worden, maar veel kinderen ook nog niet.

In de fijne motoriek worden nu grote sprongen gemaakt. Zo zal je kind bijvoorbeeld kunnen gaan kralen rijgen (mits ze niet te klein zijn), en zal hij plezier krijgen in tekenen en kleuren. De resultaten van dat kleuren zullen er in volwassen ogen nog als gekras uitzien, maar het is belangrijk dat je kind al een potlood leert vasthouden en ontdekt dat hij daarmee iets kan overbrengen op papier.

Duplo bouwen en een knoop door een knoopsgat duwen zijn ook vaardigheden die je kind in deze fase leert.