Cognitieve ontwikkeling

In zijn derde levensjaar zal je kind de dagelijkse dingen steeds beter begrijpen. Als jij aan het koken bent, vindt hij het vast leuk om zelf ook met pannetjes en lepels aan de slag te zijn. Aan de andere kant is dit de fase van het ’magisch denken’: alles wat hij niet begrijpt zal hij met fantasie oplossen.

Dat ’magisch denken’ levert voor je kind een bijzondere wereld op waarin alles kan, maar dat kan ook op een negatieve manier naar voren komen. Zo kan hij bijvoorbeeld, als hij op de wc zit, denken dat hijzelf ook door de wc gespoeld kan worden. Of hij wordt ineens bang als hij ’s avonds in bed ligt, omdat de gordijnen bewegen en hij denkt dat het een spook is. Hij kan nog niet beredeneren dat de tocht in de kamer het gordijn laat bewegen. Hij bedenkt zelf oplossingen voor dingen die hij niet begrijpt, maar die oplossingen kloppen lang niet altijd met de werkelijkheid. Hij kan echter het verschil tussen fantasie en werkelijkheid nog niet maken. Deze fase van magisch denken loopt overigens nog lang door.

In de tweede helft van het derde levensjaar leert je kind ook al een klein beetje om samen te spelen met een ander kind. Een-op-een samenspelen gaat beter dan met een groepje. Ook kan hij al kleine opdrachtjes uitvoeren, zoals de stukjes appel wassen onder de kraan, of sokken aantrekken. Let wel op dat er niet twee opdrachten in één zin worden gegeven, want dat kan hij nog niet verwerken.